Sanimonitor

Projectkenmerken

Doel: voldoende inzicht krijgen in de exacte locatie, het toegepaste sanitatieconcept, de gehanteerde ontwerpnormen en de vigerende lozingsnormen.

Hiermee kan later, als blijkt dat de gebruikte zuivering niet aan de verwachtingen voldoet, ook worden achterhaald of het gebruik wel in overeenstemming met de ontwerpnormen is geweest.

Wanneer/frequentie: alle gegevens worden eenmalig bij aanleg van het project ingevoerd en zo nodig aangevuld bij aanpassingen en/of groot onderhoud.

Type gegevens: de projectkenmerken bestaan enerzijds uit de locatiekenmerken (waar ligt het?) en anderzijds uit systeemkenmerken (wat ligt er?). Ook de effluenteisen vastgelegd in normen vatten we onder de projectkenmerken.

Randvoorwaarden: er wordt zo mogelijk gebruik gemaakt van gestandaardiseerde termen in overeenstemming met de GWSW.

Wie: de gegevens worden bij aanmelding van het systeem aangeleverd door de degene die toezicht houdt of het beheer voert.

De te monitoren gegevens zijn opgenomen in tabel 1.

Tabel 1: Te verzamelen gegevens Basismonitoring – Projectkenmerken.

Tabel 1 Monitoring Projectkenmerken // tabel_1_monitoring_projectkenmerken.jpg (102 K)

Toelichting op de tabel:

Locatiekenmerken:

  • De contactpersoon kan bestaan uit een e-mailadres van degene die kan worden benaderd als iemand vragen heeft over deze voorziening; dat kan de eigenaar zijn maar ook de beheerder of de gebruiker.
  • De locatie op de kaart is een x,y-aanduiding. Deze kan direct worden ingegeven. Als de x,y-coördinaten niet bekend zijn, dan kan de locatie ook met een adres worden aangegeven. De Sanimonitor berekent dan de x,y-aanduiding.
  • De gegevens van de contactpersoon en de locatie worden weliswaar opgenomen in de database, maar zijn bij de uitvoer niet te herleiden tot persoonsgegevens zoals bedoeld in de AVG.
  • De gemeente, het waterschap, de provincie en het land zijn met name van belang voor de selectie van projecten via de Sanimonitor.

Systeemkenmerken:

  • Bij het type afvalwater kan worden gekozen uit:
  • Huishoudelijk afvalwater: dit is het normale huishoudelijke afvalwater bestaand uit al het water van toilet, keuken, badkamer en wasmachine. Bij decentrale systemen zal hier over het algemeen geen verdunning met regenwater plaatsvinden.
  • Huishoudelijk afvalwater met melkspoelwater: dit is het normale huishoudelijke afvalwater bestaand uit al het water van toilet, keuken, badkamer en wasmachine samen met het spoelwater uit de melkmachine.
  • Zwart water: dit is het spoelwater van het toilet, met urine en fecaliën.
  • Groen water: dit is het spoelwater van het toilet, met urine en fecaliën, aangevuld met de groene fractie uit de keuken afkomstig van een voedselrestenvermaler.
  • Bruin water: dit is apart ingezameld water met voornamelijk fecaliën; bijvoorbeeld afkomstig van een toilet waarbij urine apart wordt afgevoerd.
  • Geel water: dit is urine vermengd met spoelwater, afkomstig uit urinoirs of urinescheidingstoiletten.
  • Grijs water: dit is water van keuken, badkamer en wasmachine.

  • Bij het type zuiveringssysteem kan het hoofdtype worden ingevoerd zoals opgenomen in de Saniwijzer. Bijvoorbeeld: een helofytenfilter, een compacte minizuivering of een MBR.
  • Bij de voor- en nabehandelingstechniek kan worden aangegeven of het water eerst via een vloeiveld loopt, belucht wordt of op enige wijze wordt nabehandeld.
  • Bij de ontwerpcapaciteit zowel in i.e. als in m3 kan de ontwerpcapaciteit worden aangegeven, maar ook de minimale en maximale capaciteit waarbij de goede werking van de installatie nog gegarandeerd is.
  • Als het effluent wordt hergebruikt, is extra alertheid nodig. Indien er sprake is van hergebruik kan dit hier worden aangegeven.
  • Bij lozing wordt aangegeven of het systeem op oppervlaktewater of in de bodem loost.

Effluenteisen:

  • Dit betreft de lozingseisen die door het bevoegd gezag zijn vastgesteld.

Terug