Sanimonitor

Onderzoek naar duurzaamheid

Doel: inzicht krijgen in de vraag hoe duurzaam decentrale systemen zijn.

Wanneer/frequentie: de mate waarin de installatie zelf duurzaam is, kan direct vooraf of na aanleg worden bepaald. Een goede methode is om het totale milieubeslag te bepalen. Dit is een eenmalig onderzoek. De mate waarin het gebruik van de installatie duurzaam is, is afhankelijk van de prestaties van het systeem (energieverbruik, energieproductie etc). Deze gegevens worden gedurende de beheerperiode verzameld. Dergelijke gegevens kunnen jaarlijks worden vastgelegd. Normaliter biedt een meetperiode van 3 jaar voldoende inzicht.

Type gegevens: de te verzamelen gegevens bestaan uit eenmalige gegevens uit het GER-onderzoek en jaarlijks te verzamelen gegevens over het energie- en grondstoffenverbruik, en de hoeveelheid teruggewonnen energie en grondstoffen. Deze gegevens worden al standaard als onderdeel van de beheerdata verzameld en hoeven dus niet apart in de Sanimonitor te worden ingevoerd. Op termijn kan worden overwogen of ook emissies kunnen worden gemonitord.

Tabel 8: Relevante gegevens Onderzoek duurzaamheid.

Tabel 8 Monitoring Onderzoek duurzaamheid // tabel_8_monitoring_onderzoek_duurzaamheid.jpg (94 K)

Toelichting: Duurzaamheid kan worden weergegeven met vele verschillende parameters. Sinds de jaren zestig is het concept van duurzame ontwikkeling ontwikkeld. De laatste decennia werd vaak het 3P-model gebruikt: People, Planet, Profit (of Prosperity) (Seghezzo 2009[1]). De meest recente concepten omvatten twee extra Ps: Partnership en Peace, erkennende dat vrede, partnerschap en duurzame ontwikkeling wederkerig zijn (UN 2015[2]).

Duurzame afvalwaterbehandeling is een van de essentiële aspecten van duurzame ontwikkeling. Vaak wordt aangenomen dat behandeling van afvalwater inherent duurzaam is. Een lokale verbetering op één locatie (bijvoorbeeld een schonere rivier) kan echter elders minder gunstige gevolgen hebben (bijvoorbeeld broeikasgasemissies of slibmanagementproblemen). De gemaakte keuzes bij de ontwikkeling van sanitatieconcepten kunnen grote invloed hebben op de duurzaamheid van het totale systeem.

Het is daarom noodzakelijk om duurzaamheid al in het beslissingsproces mee te nemen (Bisschops et al, 2018[3]). Seghezzo (20O4[4]) ontwikkelde de Sustainibility (duurzaamheids) Index. In zijn SI-methode worden vier criteria – milieu, technisch, sociaal en economisch – geïntroduceerd. In het kader van het monitoren van praktijkinstallaties, waar het beslissingsproces reeds ver weg ligt, worden de installaties alleen vergeleken op basis van milieu-effecten.

Om systemen onderling te kunnen vergelijken, is de GER ontwikkeld (Gross Energy Requirement)[5]. Gross energy requirement (GER) is de som van alle niet-hernieuwbare energiebronnen verbruikt in het beschikbaar maken van een product of dienst, en wordt uitgedrukt in energie-eenheid per fysieke eenheid van geleverd product of dienst. Zie bijvoorbeeld ook STOWA-rapport 30-2012[6])

Monstername- en analyseprotocol:

Het energie- en grondstoffengebruik, alsmede de productie van energie en grondstoffen, worden bij elk monitoringsbezoek afgelezen en in een logboek genoteerd.

 

[1] Seghezzo, L. (2009). "The five dimensions of sustainability." Environmental Politics 18(4): 539-556.

[2] UN (2015). Transforming our world: The 2030 agenda for sustainable development, United Nations.

[3] Iemke Bisschops, Grietje Zeeman, Darja Kragic (2018). Anaerobic treatment as core technology for sustainable sanitation. In: anaerobic sewage treatment, IWA (in progress)

[4] Seghezzo, L. (2004). Anaerobic treatment of domestic wastewater in subtropical regions. PhD, Wageningen University.

[5] Boopendranath, M.R. and Shahul Hameed, M. (2013) Gross energy requirement in fishing operations. Fishery Technology, 50(1), pp. 27-35.

[6] de energie-impact van de productie van de hulpstoffen, uitgedrukt in de GER-waarde (bruto primaire energie) van de stof, uitgesplitst in hernieuwbare/niet-hernieuwbare energie. Zie ook STOWA-rapport 30/2012 “Handleiding model milieuimpact en energiebehoefte van RWZI’s"

Terug